Kleine Hij (5 jaar) gaat mee.
Want daarna gaan we naar een speeltuin.
Maar eerst dus langs die stoffenwinkel.
'Dit vind ik mooi.
En datte. En dit.
Kom eens kijken, lekker zacht.
Voel eens. Ga je daar een dekentje voor mij van maken?'
Nee. Ik wil geen dekentje maken. Dat wordt geen dekentje meer maar een déken, zo veel stof gaat daar in.
'Kijk eens, moooooi hé.'
Jaa. Laat mama nu even kijken. We zijn zo weg.
Ritsel, ritsel: handjes graaien door de knoopjes.
Kom eens kijken. Zo mooi!
Uiteindelijk gaan we weg.
Met stof voor mij.
Maar ook voor hem.
Die stof vond hij SuperSuperSuperMooi.
Ik zal daar maar een kussentje van maken zeker? Dat was ik wel niet van plan.
Maar ja, hij heeft wel een goede smaak.
En we zijn, ahum, een beetje te lang in de winkel gebleven. 't Is al te laat voor de speeltuin. We moeten grote broer bij de judoles ophalen.
Een kussentje maken dus.